Foto: Henk & Uilkje Veenstra © 2009 Bron www.orgelsitesimon.nl
In de 18e eeuw bouwde Johann Nepomuk Holzhey een nieuw mechanisch sleepladen-orgel als koororgel voor Kloster Wiblingen in Wiblingen (Baden-Württemberg) Duitsland. Het binnenwerk is later verwijderd. In 1973 bouwde Albert Reiser een nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur en elektrische registertractuur in de lege kas. De speeltafel is geïntegreerd in het koorgestoelte.
Dispositie:
I Hauptwerk: C–g3
1. Bordun 16′
2. Principal 8′
3. Violflöte 8′
4. Rohrgedackt 8′
5. Octav 4′
6. Blockflöte 4′
7. Nasatquinte 2 2⁄3′
8. Hohlflöte 2′
9. Kornett 8′
10. Mixtur 2′
11. Zimbel 1⁄2′
12. Trompete 8′
II Seitenwerk: C–g3
13. Weidenpfeife 8′
14. Gedackt 8′
15. Principal 4′
16. Rohrflöte 4′
17. Octave 2′
18. Terzflöte 1 3⁄5′
19. Quintflöte 1 1⁄3′
20. Scharf IV 1′
21. Hautbois 8′
22. Schalmey 4′
Tremulant
Pedal: C–f1
23. Principalbass 16′
24. Subbass 16′
25. Octavbass 8′
26. Gemshorn 8′
27. Hintersatz 4′
28. Quintviola 4′
29. Posaunenbass 16′
30. Trompetenbass 8′
Koppeln: II/I, I/II, I/P, II/P
Spielhilfen: zwei feste Kombinationen (pleno, tutti), zwei freie Kombinationen, eine freie Pedalkombination, Zungenabsteller