Foto: Bert Wisgerhof © 2010
In 1865 bouwde Albinus Bott een nieuw orgel voor de Sankt Aegidiuskirche in Wiedenbrück. Het binnenwerk werd in 1912/1913 vervangen door een orgel van Speith. Dit orgel had een romantische dispositie, kegelladen en een pneumatische tractuur. In 1955 en 1972 werd het orgel gewijzigd. De dispositie kreeg een meer barok karakter. In 1972 is de dispositie uitgebreid met dertien registers. Ook werd er een nieuwe tractuur aangelegd. In 2007 is het orgel geheel opnieuw opgebouwd door Speith, met een gewijzigde dispositie. De orgelkas is ook gewijzigd, want het rugpositief is weggehaald.
De tractuur van het kegelladen-orgel is elektro-pneumatisch.
Dispositie:
Hauptwerk: Bordun 16′, Principal 8′, Doppelflöte 8′, Gedackt 8′, Gamba 8′, Octave 4′, Flauto dolce 4′, Quinte 2 2/3′, Octave 2′, Cornett 5 fach (8′), Mixtur 4 fach (2′), Fagott 16′, Trompete 8′, Tremulant.
Positiv: Hornprincipal 8′, Rohrflöte 8′, Salicional 8′, Oktave 4′, Kleingedackt 4′, Nasard 2 2/3′, Trichterflöte 2′, Terz 1 3/5′, Quinte 1 1/3′, Piccolo 1′, Scharff 4 fach (1 1/3′), Clarinette 8′, Vox Humana 8′, Tremulant.
Schwellwerk: Lieblich Gedackt 16′, Geigenprincipal 8′, Wienerflöte 8′, Lieblich Gedackt 8′, Aeoline 8′, Vox Coelestis 8′, Fugara 4′, Traversflöte 4′, Violine 4′, Flageolet 2′, Harmonia Aetherea 3 fach, Progressio 2-5 fach (2 2/3′), Horn 16′, Trompete 8′, Oboe 8′, Klarine 4′, Tremulant.
Pedal: Kontrabass 32′, Principalbass 16′, Subbass 16′, Octavbass 8′, Flötbass 8′, Gedacktbass 8′, Violoncello 8′, Choralbass 4′, Posaune 16′, Basstrompete 8′.
Koppelingen: Hauptwerk – Positiv, Hauptwerk – Schwellwerk, Positiv – Schwellwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Positiv, Pedal – Schwellwerk.
Speelhulpen: Glockenspiel, Zimbelstern, Spatzen, Kuckuck.