Wien, Votivkirche, Hoofdorgel

Foto’s: Ronald IJmker © 2009

Op 22 december 1874 tekende de firma E. F. Walcker & Cie  een contract voor de bouw van een mechanisch kegelladen-orgel in de neogotische Votivkirche in Wenen. Het instrument werd in 1878 opgeleverd. In 1901 installeerde men een motor voor het pompen van de balgen, en in 1914 kwam er een volledige elektrische windmotor. Een deel van de tinnen pijpen is in 1917 gevorderd. Deze pijpen zijn in 1923 door Wilhelm Brieger vervangen door nieuwe exemplaren. Gedurende de Tweede Wereldoorlog raakte het orgel ook beschadigd. In 1952 werd dat hersteld door Ferdinand Molzer. In 1996 is het orgel door de firma Klais  geheel gerestaureerd. De stemmingstemperatuur is evenredig zwevend en de toonhoogte is a1 = 433 Hz.

Dispositie:

Hauptwerk: C – f3
Principal 16
Flauta major 16
Principal 8
Floetenprincipal 8
Bourdon 8
Hohlfloete 8
Gemshorn 8
Viola di Gamba 8
Quintatön 8
Quinte 5 1/3
Octav 4
Rohrfloete 4
Floete 4
Terz 3 1/5
Nasard 2 2/3
Octav 2
Cornett 5f. (g°)
Mixtur 5f. 2 2/3
Scharff 3f. 1
Fagott 16
Posaune 8
Clairon 4
Cornettino 2

Positiv:  C – f3
Bourdon 16
Salicional 16
Principal 8
Gedeckt 8
Salicional 8
Aeoline 8
Octav 4
Hohlfloete 4
Spitzfloete 4
Super Octav 2
Mixtur 5f. 2 2/3
Trompete 8
Fagott-Oboe 8
Corno 4

Schwellwerk:  C – f3
Geigenprincipal 8
Spitz Floete 8
Lieblich Gedeckt 8
Concert Floete 8
Dolce 8
Fugara 4
Travers Floete 4
Gemshorn 4
Piccolo 2
Clarinette 8

Speelhulpen:
Tutti,
Zungen Ab,
Forte (per manuaal),
Zwelpedaal voor Fagott & Oboe 8′ (Nebenwerk),
Barkermachine (Hauptwerk).

Grosspedal: C – d1
Grand Bourdon 32
Principal Baß 16
Violonbaß 16
Quintbass 10 2/3
Octavbaß 8
Floetenbass 8
Terzbaß 6 2/5
Octavbaß 4
Bombardon 16
Trompete 8
Clarino 4

Pianopedal: C – d1
Subbaß 16
Bourdon 8
Violoncello 8

Koppelingen:
Hauptwerk – Nebenwerk,
Hauptwerk – Schwellwerk,
Nebenwerk – Schwellwerk,
Pedal – Hauptwerk,
Pedal – Nebenwerk,
Pedal – Schwellwerk.