Wilster, Sankt Bartholomäus-Kirche (Bach-Orgel)

Klik op deze link naar Kirchen-galerie.de voor een foto van het orgel

  • Op 15 juni 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd de Sankt Bartholomäus-Kirche in Wilster (Schleswig-Holstein) Duitsland, getroffen door een vliegtuigbom, waardoor het Marcussen-orgel uit de kerk werd verwoest. Nadat de kerk was gerestaureerd bouwde de firma Enst Brandt in 1954/1955 een nieuw sleepladen-orgel met mehcanische toetstractuur en elektrische registertractuur. Het instrument is in 1955 in gebruik genomen en had drie klavieren, vrij pedaal en dertig stemmen.
  • In 1990 kreeg het orgel de benaming ‘Bach-Orgel’. Er volgden hierna enkele uitbreidingen: een Zimbelstern in 1992, twee nieuwe stemmen in 1998, evenals een Setzer-installatie met 128 combinaties. In 2001 werd het uitgebreid met een Rossignol en een Kuckuck, en er is een Crescendo-Walze in gebouwd. De Setzer werd in 2005 uitgebreid naar 4000 combinatiemogelijkheden. In 2007 is het Marien-Carillon geplaatst. Een extra uitbreiding was het Himmelsorgel, dat in 2008 als Fernwerk is geplaatst achter het altaar. Dit werk heeft twee registers. Verder is het orgel  in 2010 uitgebreid met een drietal nieuwe stemmen. Het instrument heeft tegenwoordig 37 stemmen, drie manualen en pedaal. Het Himmelsorgel is bespeelbaar vanaf het derde manuaal.

Dispositie:

Hauptwerk: Bordun 16′, Prinzipal 8′, Gedackt 8′, Oktave 4′, Nasat 2 2/3′, Spitzflöte 2′, Cornet Decomposé 5 fach – 2010, Mixtur 4-6 fach, Trompete 8′, Marien-Carillon, Kuckuck.
Rückpositiv: Rohrflöte 8′, Prinzipal 4′, Gedackt 4′, Oktave 2′, Terz 1 3/5′, Quinte 1 1/3′, Tertian Decomposé 2 fach – 2010, Zimbel 3 fach, Krummhorn 8′, Tremulant, Zimbelstern.
Schwellwerk: Holzgedackt 8′, Salicional 8′, Rohrflöte 4′, Spitzgamba 4′, Prinzipal 2′, Sesquialtera 2 fach, Scharf 3-4 fach, Oboe 8′, Tremulant, Rossignol.
Himmelsorgel: Vox Angelorum 8′, Vox Mariae 8′, Rossignol, Zimbelstern.
Pedal: Ruach 32′ – 2010, Prinzipal 16′, Subbaß 16′, Offenbaß 8′, Gedacktbaß 8′, Oktave 4′, Nachthorn 2′, Rauschpfeife 5 fach, Posaune 16′.
Koppelingen: Hauptwerk – Rückpositiv, Hauptwerk – Schwellwerk, Rückpositiv – Schwellwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Rückpositiv, Pedal – Schwellwerk.
Speelhulpen: 4000 Setzer-Kombinationen, Crescendowalze.