Foto’s: Tjalling Roosjen © 2011
In 1799 bouwen Hinrich Just Müller en Johann Gottfried Rohlfs een nieuw mechanisch sleepladen-orgel in de Evangelisch Lutherse Bonifatiuskirche te Arle. Het Borstwerk dat wel ontworpen was en waar ook ruimte voor gereserveerd was, werd toch niet gebouwd. Vrijwel al het pijpwerk wat de orgelbouwers gebruikten was afkomstig uit het vorige orgel van de kerk. In 1999/2000 restaureerde Martin ter Haseborg het instrument. Hij bracht het weer in originele staat en voegde ook het Borstwerk toe, wat sinds de bouw van het orgel gereserveerd was.
Hauptwerk: | Brustwerk (2000): | Pedal: | |||
Bordun 16′ | Gedackt 8′ | Aangehangen | |||
Principal 8′ – 2000 | Flöte Douce 4′ | ||||
Viola di Gamba 8′ – 1799/2000 | Waldflöte 2′ | Koppelingen: | |||
Gedackt 8′ | Sesquialtera 2 fach | Manual-Schiebekoppel – 2000 | |||
Octava 4′ | Scharf 3 fach | ||||
Rohrflöte 4′ | Vox Humana 8′ | Speelhulpen: | |||
Quintflöte 3′ | Tremulant – 2000 | ||||
Octava 2′ | |||||
Gemshorn 2′ | |||||
Mixtur 4 fach – 2000 | |||||
Trompete 16′ (gedeeld) – 2000 | |||||
Dulcian 8′ (gedeeld) – 2000 |