Foto: Onbekend
Guido Nenninger bouwde in 1975 een sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur en elektrische registertractuur voor de Sankt Martinskirche in Moosach. In 2013 is het verkocht naar Polen in verband met de bouw van een nieuw instrument. Het werd verkocht aan de Kościół pw Świętej Jana Pawła II te Biłgoraj. Adam Pachołek heeft het instrument overgeplaatst.
Dispositie:
Hauptwerk: C -g3 Gedacktpommer 16′, Prinzipal 8′, Rohrflöte 8′, Oktav 4′, Kleingedackt 4′, Quint 2 2/3′, Schwiegel 2′, Cornett 3-4 fach (8′), Mixtur 5-6 fach (2′), Trompete 8′.
Rückpositiv: C – g3 Gedackt 8′, Prästant 4′, Koppelflöte 4′, Nachthorn 2′, Spitzquinte 1 1/3′, Zimbel 3 fach (1 1/3′), Krummhornregal 8′, Tremolo.
Schwellwerk: C -g3 Holzflöte 8′, Quintadena 8′, Schweizerpfeife 4′, Nasat 2 2/3′, Prinzipal 2′, Terz 1 3/5′, Sifflöte 1′, Scharff 4 fach (1′), Dulzian 16′, Oboe 8′, Tremolo.
Pedal: C – f1 Offenbass 16′, Subbass 16′, Oktavbass 8′, Pommer 8′, Choralbass 4′, Prinzipal 2′, Hintersatz 5 fach (4′), Posaune 16′, Trompete 8′.
Koppelingen: Hauptwerk – Rückpositiv, Hauptwerk – Schwellwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Rückpositiv, Pedal – Schwellwerk.
Speelhulpen: Freie Kombination, Tutti, Crescendo.