Delft, Oud Katholieke Kerk van de H.H. Maria en Ursula

Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2012

In 1722 voltooide Johannes Duyschot een nieuw orgel voor de Oud-Katholieke Kerk in Delft. Zijn zoon Andries plaatste het in 1743 in het nieuwe kerkgebouw. Hierbij werden er zijvelden toegevoegd en nieuwe ornamenten gemaakt. In 1866/1867 bouwde C.G.F. Witte een nieuw binnenwerk in de kas. Het werd op 30 juni 1867 feestelijk in gebruik genomen met een concert door J.A. Klerk. in 1908 werd bij een renovatie door Gerrit Spit de Roerfluit 4′ van het tweede manuaal vervangen door een Voix Céleste 8′. In 1931 is door Sanders op het pedaal een pneumatische transmissie van de Bourdon 16′ gemaakt. Drie jaar later plaatste hij het pijpwerk van het tweede manuaal in een zwelkast. Het instrument bleef in deze staat tot 1980, wanneer A.H. de Graaf het geheel gerestaureerd heeft, de zwelkast verwijderde en een nieuwe Fluit 4′ geplaatst heeft, die gemaakt is naar voorbeeld van de Fluit 4′ uit het orgel in de Oud-Katholieke kerk in Hilversum. Het mechanische sleepladen-orgel heeft een evenredig zwevende stemming.

Hoofdwerk: C – f3
Bourdon 16′
Prestant 8′
Octaaf 4′
Woudfluit 2′

Nevenwerk: C – f3
Holfluit 8′
Gamba 8′
Fluit 4′

Pedaal: C – d1
Subbas 16′ – transmissie

Koppelingen: 
Hoofdwerk – Nevenwerk
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Nevenwerk