Tekst en foto’s Gerrit M. Kerst © 2011
Gebouwd door Fonteijn & Gaal, 1952
Het orgel is afkomstig uit de Wilhelminakerk te Bussum en staat sinds 2000 in deze kerk.
Het orgel bezit drie klavieren en een pedaal. Door middel van een vrije combinatie heb je visueel zes klavieren en twee pedalen. Je kunt per klavier namelijk twee registraties kiezen en door middel van een schakelaar daartussen switchen.
De koster van de kerk is tegelijk orgelbouwer. Hij heeft het orgel opgebouwd, de zwelkast gebouwd,enkele transmissies geregeld en vanuit het voormalige orgel de Celeste 8′ overgenomen.
Dispositie:
Hoofdwerk: C – g3 Quintadeen 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3, Octaaf 2, Nachthoorn 2, Mixtuur V-VI 2, Trompet 8, Tremulant
Positief: C – g3 Holpijp 8, Quintadeen 8, Openfluit 4, Octaaf 2, Quint 1 1/2, Sexquialter II 2 2/3, Scherp IV 1, Kromhoorn 8, Tremulant
Zwelwerk: C – g3 Baarpijp 8, Viola 8, Voix Celeste 8 vanaf c° deels tr., Koppelfluit 4, Nasard 2 2/3, Woudfluit 2, Sifflet 1, Cimbel III 1/2, Schalmei 8, Dulciaan 4, Tremulant
Pedaal: C – f1 Subbas 16, Prestantbas 8, Gedektbas 8, Koraalbas 4, Ruispijp III 2 2/3, Bombarde 16
Koppelingen: Hoofdwerk-Zwelwerk, Hoofdwerk-Positief, Zwelwerk-Hoofdwerk, Zwelwerk-Positief, Positief-Hoofdwerk, Positief-Zwelwerk, Positief-Zwelwerk 4, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Zwelwerk, Pedaal-Positief, Zwelwerk-Zwelwerk 16, Positief-Positief 4
Speelhulpen: 1 vrije combinatie