Klik op deze link naar Wikimedia Commons voor een foto van het orgel
In de kathedraal van Ciudad Rodrigo heeft Pedro de Liborna Echevarria in 1725-1727 een hoofdorgel gebouwd, nadat hij een jaar eerder een klein orgel voor dezelfde kerk had voltooid. Het instrument werd geplaatst op het ‘Weduwenkoor’, in het transept van de kerk. In de negentiende eeuw werd het orgel door Gonzalo de Sausa Mascareña overgeplaatst naar de huidige plaats, boven het koorgestoelte van de epistelzijde van het koor. In 1910 bouwde Juan Bernardi het orgel om, waarbij de dispositie en intonatie meer romantisch werden gemaakt. Nadat het orgel al geruime tijd onbespeelbaar was, besloot men het te laten restaureren door de orgelbouwer Späth. Hierbij is herstel van het klassieke Spaanse karakter een belangrijk uitgangspunt geweest. De dispositie is echter geen reconstructie van het origineel. In augustus 2001 is het instrument weer in gebruik genomen. Het werd ingewijd door de bisschop waarna een concert werd gegeven door José Luis González Uriol uit Zaragoza. De stemmingstemperatuur is Vallotti en de toonhoogte is a’ = 418 Hz.
Dispositie:
Manual:
Lleno: Flautado de 13 8′ (B/D), Violón 8′ (B/D), Flauta Traversera 8′ (2 hilares) (discant), Octava 4′ (B/D), Violón 4′ (bas), Tapadillo 4′ (B/D), Dozena 2 2/3′ (B/D), Nazarda Dozena 2 2/3′ (bas), Quinzena 2′ (B/D), Nasardo Quinzena 2′ (discant), Dezimaseptena 1 3/5′ (B/D), Lleno 3 hilares (2′) (B/D), Corneta de Eco 5 hilares (8′) (discant).
Lengüetería: Trompeta Magna 16′ (discant), Dulzaina 8′ (B/D), Clarín 8′ (B/D), Clarinete 8′ (discant), Cromorna 8′ (bas), Trompeta Real 8′ (B/D), Clarín Eco 8′ (discant), Bajoncillo 4′ (bas).
Pedal: Contras 16′.
Speelhulpen: Gaita, Tambor, Pájaros, Ángeles de Cascabeles ambos manos.