Foto’s: Bert Wisgerhof © 2012
- Door de familie Moretus werd in 1775 een orgel geschonken aan de paters Brigittijnen te Hoboken (Antwerpen). Het instrument werd gebouwd door Jean-Baptiste Feugère en was in 1780 voltooid. In 1785 is het klooster gesloten door de Oostenrijkers, en het orgel werd te koop aangeboden. Feugère plaatste het hierna over naar de Sint Martinuskerk in Kontich (Antwerpen). Het instrument bleef ongewijzigd tot 1840. In dat jaar werd er voor het eerst van alles gewijzigd door de firma Smet & Vermeersch. Er volgden nog andere verbouwingen in 1844, 1848 en 1853, waarna van het oorspronkelijke instrument enkel nog de hoofdwerkkas over was gebleven.
- Door Smet-Vermeersch was het orgel uitgebreid met een rugpositief en een vrij pedaal. Het instrument bleef hierna weer lange tijd ongewijzigd. Na de Tweede Wereldoorlog functioneerde het nog, maar als snel begon het te vervallen en uiteindelijk raakte het mechanische sleepladen-orgel geheel onbespeelbaar.
- In 1989 startte een restauratie door Jean-Pierre Draps, in samenwerking met intonateur Gerd Van Buuren. Omdat het kerkgebouw tussen 1918 en 1940 was verbouwd en uitgebreid was de oorspronkelijke plaats van het orgel geen gelukkige plaats. Er werd besloten om het te verplaatsen binnen de kerk naar een nieuwe orgeltribune boven de huidige hoofdingang.
Dispositie:
Hoofdwerk: C – g3 Bourdon 16′, Montre 8′, Bourdon 8′, Dulciana 8′, Flûte Traversière 8′ (discant), Prestant 4′, Flûte 4′, Nazart 2 2/3′, Cornet 5 rangs, Fourniture 4 rangs, Trompet 8′ (B/D).
Rugwerk: C – g3 Bourdon 8′ (B/D), Gamba 8′ (discant), Prestant 4′, Flûte 4′, Flageolet 2′, Basson 8′ (bas), Cor Anglais 8′ (discant), Euphone 8′ (B/D), hautbois 8′ (B/D).
Pedaal: C – d1 Sousbasse 16′, Montre 8′, Bombarde 16′, Trompet 8′.