Tongerlo (Antwerpen), Premonstranter Abdijkerk der Paters Norbertijnen (Onze-Lieve-Vrouwkerk)

Foto’s: Wim Verburg © 2006

De dispositie van het Klais-orgel: (1933)

Hoofdwerk (C-c4)
Kwintadeen 16
Principaal 8
Openfluit 8
Gemshoorn 8
Oktaaf 4
Fluit 4
Roerkwint 2 2/3
Hoge Oktaaf 2
Vulwerk IV
Nachthoorn Disk. IV
Pommer 16
Trompet 8
Schalmei 4

Bovenwerk (in zwelkast) (C-c4)
Principaal 8
Gedekt 8
Wilgenpijp 8
Zweving 8
Oktaaf 4
Dwarsfluit 4
Kwint 2 2/3
Woudfluit 2
Progressio III-V
Dulciaanregaal 16
Trompet 8
Beerpijp 4

Middenwerk: (C-c4)
Principaal 8
Roerkwintadeen 8
Zachte Fluit 8
Oktaaf 4
Blokfluit 4
Nazaard 2 2/3
Kleine Fluit 2
Terts 1 3/5
Hoge Kwint 1 1/3
Scherp III-IV
Kromhoorn 8
Hobo 4

Onderwerk: (C-c4)
Spitsfluit 8
Zingend Gedekt 8
Koperprincipaal 4
Roerfluit 4
Oktaaf 2
Holpijp 1
Cimbelstem II-III
Regaal 4
Tremulant

Voetwerk: (C-g1)
Bromstem 32
Principaal 16
Brompijp 16
Kwintbas 10 2/3
Oktaaf 8
Fluitbas 8
Hoge Oktaaf 4
Gedektbas 4
Veldfluit 2
Bazuin 16
Trompetbas 8
Zink 4

Geplande dispositie manuaal koororgel: Roerkwintadeen 16′, Koperprincipaal 8′, Spitsgamba 8′, Koperfluit 4′, Gemshoorn 4′, Golving 4′, Zwegel 2′, Zwitsersche Pijp 2′, Stemmeken 1′, Seskwialter 2 sterk, Ruischpijp 4 sterk, Groot Vulwerk 6-10 sterk, Ranket 16′, Hoorntrompet 8′, Koptrompet 4′.
Geplande dispositie pedaal koororgel: Open Bas 16′, Zachte Bas 16′, Strijkbas 8′, Sordoen 32′, Hoorn 4′.